Guy Roux, een legende op de trainersbank

Het geval van Sir Alex Ferguson bij Manchester United wordt vaak genoemd als hét voorbeeld van een lange carrière als trainer in het profvoetbal, vooral dankzij het enorme succes dat hij behaalde in zijn 27 jaar bij de Engelse club.

Toch is er een nog indrukwekkender geval in dit genre: dat van Guy Roux, die meer dan 40 jaar bij dezelfde club (Auxerre) bleef en die van de vierde divisie van het Franse voetbal naar het winnen van de dubbel (competitie én beker) in de hoogste klasse bracht. Een uniek - en waarschijnlijk onherhaalbaar - verhaal in het hedendaagse voetbal, waarin ongeduld de boventoon voert.

Voor het thuisstadion Stade de l'Abbé-Deschamps van AJ Auxerre
©
Voor het thuisstadion Stade de l'Abbé-Deschamps van AJ Auxerre

AJ Auxerre

De club AJ Auxerre werd op 29 december 1905 opgericht door pastoor Ernest Deschamps als een multisportvereniging. In 1906 werd de voetbalafdeling opgericht om mee te doen aan de katholieke liga van de regio, waar Auxerre zich al snel tot een van de sterkste teams ontwikkelde. Hierdoor mocht de club ook deelnemen aan toernooien op nationaal niveau.

Na de Eerste Wereldoorlog verloor de club het terrein waarop het zijn wedstrijden speelde. Pastoor Deschamps begon daarom met het samenstellen van kleine stukjes grond om zo een nieuw veld te creëren, dat uiteindelijk het Stade de l'Abbé-Deschamps zou worden - het stadion waar de club tot op de dag van vandaag speelt. Het team werd opgenomen in het Franse voetbalsysteem en bleef jarenlang actief in de lagere divisies, tot het in 1980 voor het eerst op het hoogste niveau uitkwam.

De man: Guy Roux

Guy Roux werd geboren in Colmar, Frankrijk, op 18 oktober 1938. Hij was de zoon van een krijgsgevangene uit de Tweede Wereldoorlog en werd opgevoed door zijn oom en grootvader, afwisselend in zijn geboortestad en in Appoigny. In deze periode ontwikkelde hij zijn liefde voor voetbal. Hij begon in de jeugd van Auxerre, waarmee hij in 1954 debuteerde in het eerste elftal. Hij bleef er nog drie jaar, voordat hij zijn geluk beproefde bij twee andere kleinere clubs: Stade Poitevin en Limoges.

Bij laatstgenoemde begon hij in te zien dat, ondanks zijn liefde voor het spel, hij als speler weinig toekomst had. In zijn eigen woorden: "Ik had wat techniek en fysiek, maar het ontbrak me aan levendigheid." Daarentegen voelde hij een enorme passie voor het trainersvak en geloofde hij dat hij daar meer kans had om uit te blinken in het voetbal.

Roux wordt trainer van Auxerre

Op dat moment begon hij actief op zoek te gaan naar een kans als trainer bij Auxerre. Hij stuurde bijna wekelijks brieven naar het bestuur van de club waarin hij zijn ideeën en plannen uiteenzette om de ploeg naar het hoogste niveau van het Franse voetbal te brengen - iets wat destijds als bijna onmogelijk werd beschouwd, aangezien Auxerre toen in de vierde divisie speelde. Roux' volharding werd beloond toen de club hem in 1961, midden in een sportieve, economische en bestuurlijke crisis, de kans gaf om als speler-trainer aan de slag te gaan.

In de loop der jaren ontwikkelde hij zijn eigen stijl, al bleven bepaalde eigenschappen altijd aanwezig - zoals geduld, iets wat hij toeschreef aan zijn opvoeding op het platteland. Roux was een trainer die voetbal lééfde; hij dacht er de hele dag aan en zocht voortdurend naar manieren om te verbeteren of een voordeel te behalen. Zo gaf hij bijvoorbeeld tegenstanders andere ballen om mee op te warmen wanneer ze in Auxerre speelden, of zorgde hij ervoor dat ze in de winter geen verwarming hadden in de kleedkamer.

In 1962 onderbrak hij zijn pas begonnen periode als trainer bij Auxerre om zijn militaire dienst te vervullen. Ook daar bleef hij coachen, ditmaal van het team van zijn brigade. In 1964 keerde hij terug naar Auxerre, nadat zijn legerdienst erop zat, om zijn project te hervatten dat gericht was op promotie naar de hoogste divisie van het Franse voetbal. Na vier opeenvolgende seizoenen waarin ze als vierde eindigden, wonnen ze in het seizoen 1969-1970 de Vierde Divisie (Division d'Honneur) en behaalden ze hun eerste promotie. Met dat succes besloot Roux zijn carrière als speler te beëindigen en zich volledig op het trainerschap te richten.

Promotie na promotie

In de Derde Divisie begonnen ze sterk, met in de daaropvolgende drie seizoenen twee derde plaatsen en één vijfde plaats. In het seizoen 1973-74 eindigden ze op de vierde plaats. De bijzonderheid daarbij was dat de drie teams boven hen de reserveteams waren van Lyon, Marseille en Saint-Étienne, die niet mochten promoveren. Hierdoor kreeg Auxerre het eerste promotieticket. Door de promotie naar Division 2 speelde de club op professioneel niveau en was ze nog maar één stap verwijderd van Roux' grote doel: Division 1, toen het hoogste niveau in Frankrijk.

De laatste stap naar het hoogste niveau

In het seizoen 1977-78 werd Auxerre bekend in heel Frankrijk doordat de film *Coupe de Tête* werd opgenomen. Die ging over het sprookje van een kleine club in de Coupe de France. De spelers van Auxerre en Guy Roux fungeerden als figuranten en adviseur bij de film. Toeval of niet: in het seizoen 1978-79 schopte Auxerre het tot de finale van de Coupe de France, tegen alle verwachtingen in. Ze namen het op tegen Nantes, speelden gelijk in de reguliere speeltijd maar verloren uiteindelijk met 4-1 in de verlenging. In de competitie presteerden ze degelijk, maar grepen naast promotie.

Een jaar later was het echter zover. Auxerre eindigde als eerste in groep B van Division 2, gelijk in punten met Avignon, maar dankzij een beter doelsaldo mocht Roux' ploeg promoveren naar Division 1. De droom werd werkelijkheid, bijna twintig jaar nadat hij aan zijn missie begon. Roux was vastberaden om niet zomaar een eendagsvlieg te zijn. Hij wilde zich vestigen in de hoogste divisie, en om dat te bereiken moest men slim, geduldig en budgetbewust te werk gaan.

De jeugdopleiding als wapen

Wat Auxerre hielp om zich te handhaven op het hoogste niveau, was het geweldige werk met de jeugdopleiding. In de jaren '80 bracht de club spelers voort als Éric Cantona, Basile Boli en Frédéric Darras, die onder Roux uitgroeiden tot topspelers. Roux had een bijzonder talent voor het begeleiden van jonge spelers en fungeerde bijna als een vaderfiguur. In het seizoen 1992-93, inmiddels stevig gevestigd in de Franse top, schreef Auxerre ook Europees geschiedenis door de halve finale van de UEFA Cup te bereiken. Daar werden ze pas na strafschoppen uitgeschakeld door Borussia Dortmund.

De eerste grote prijs voor Roux

In 1994 sloeg Roux het aanbod af om bondscoach van Frankrijk te worden. Hij geloofde dat hij met Auxerre nog iets kon bereiken - en hij kreeg gelijk. Dat jaar won hij zijn eerste grote prijs, de Coupe de France, door Montpellier in de finale te verslaan. Het jaar daarop deed hij er nog een schepje bovenop: opnieuw bekerwinnaar, én kampioen van Frankrijk. Een historische dubbel voor een club die ooit op amateurniveau begon.

In het nieuwe millennium bracht Roux opnieuw een talentvolle generatie voort - met namen als Djibril Cissé, Philippe Mexès en Jean-Alain Boumsong - waarmee hij de Coupe de France opnieuw wist te winnen, in 2003 en 2005. Het toonde zijn klasse en de opmerkelijke continuïteit die hij in al die jaren had weten te behouden.

Einde van een tijdperk

Na de bekerwinst in 2005 besloot Roux na meer dan vier decennia bij Auxerre te stoppen. Toch bleef hij de club ondersteunen, als adviseur bij de jeugd en betrokken bij enkele sportieve beslissingen van het eerste elftal. In 2007 keerde hij kortstondig terug als trainer bij RC Lens, maar daar kreeg hij niet de tijd om een succesvol project op te bouwen. Enkele weken later stapte hij op en ging definitief met pensioen.